Skip to main content

De afgelopen zomer heb ik stevig bijgelezen en het boek dat de meeste indruk op me maakte, was Multipliers van Liz Wiseman en Greg McKeown. Het werd me aangeraden door Marc Gelissen tijdens een gesprek waarvan het verslag in oktober in de serie ‘Concreet’ verschijnt.

Multipliers zijn managers waar iedereen graag voor werkt. Ze weten verborgen talenten te ontdekken, geven mensen eigen verantwoordelijkheid waardoor ze de ruimte krijgen zich te ontplooien. Met mooie resultaten voor de organisatie als gevolg: gelukkige medewerkers, meer denkkracht en dus uitstekende resultaten. Multipliers verzetten dus hetzelfde werk met hun team als andere managers, maar met minder medewerkers. Want die werken op de toppen van hun kunnen, benutten 100% van hun competenties en denkkracht, waardoor ze meer ‘leveren’.

Aan de andere kant van het spectrum bevinden zich de diminishers. Dat zijn leiders of managers die niet in staat zijn te zien welke talenten er aanwezig zijn in hun team. Zij denken dat alleen met nóg meer mensen meer en beter werk kan worden verzet. Ruimte voor eigen inbreng is beperkt. Een diminisher gedraagt zich alsof er niemand in zijn team zijn of haar niveau haalt. Het is de manager die geërgerd opmerkt dat hij het wel zelf doet. En de volgende keer nog duidelijkere instructies uitdeelt.

Dat ben ik dus zeker niet, dacht ik toen ik de inleiding gelezen had. Ik geef mijn mensen toch steeds meer ruimte en probeer oplossingen niet meer voor te kauwen? Na nog 2 hoofdstukken begon ik te twijfelen. Misschien was ik toch niet zo’n multiplier als ik hoopte. Halverwege het boek heb ik alle pretenties laten varen. Ok, ik gedraag me toch regelmatig als een diminisher. Snel verder lezen dan maar over hoe ik die neigingen bij mezelf kan herkennen en vervangen door gedrag dat past bij een multiplier.

Ik houd niet van kleine ambities, dus laat ik het hier maar gewoon hardop zeggen: ik wil een echte multiplier worden. Ik wil een manager zijn waar mensen graag voor werken, waar medewerkers het beste uit zichzelf halen en zich dagelijks ontwikkelen. Waar hun talenten tot hun recht komen. Want dat is volgens mij de kern van werkgeluk: doen waar je goed in bent (of wil worden), je ontwikkelen en daarom gewaardeerd worden.

Goed, ik ben er dus nog niet, maar ik troost met de opmerking van de auteur van het boek, Liz Wiseman, dat iedereen iets van een diminisher in zich heeft. “Mensen die het beste uit hun team willen halen moeten er niet zozeer naar streven om dat aspect van hun karakter te ontkennen, maar om zo veel mogelijk multiplier-momenten aan elkaar te rijgen. Het krediet dat je daarmee opbouwt zorgt ervoor dat de onvermijdelijke misstappen door je team zullen worden vergeven.”

Paul Bergs
Eigenaar Flexibility Limburg